Op veel plaatsen in de wereld zijn vandaag de nationale kampioenschappen wielrennen op de weg verreden. Op de finish ligt er in elk land voor de winnaar een wielershirt in de nationale kleuren klaar. Het is een van de vele tradities die het wielrennen rijk is. Maar net als bij veel andere dingen in het wielrennen moet je je afvragen of het nog wel van deze tijd is, zo’n kampioenstrui.

Want die beloning, het rijden in een shirt in de kleuren van je land, dat is nogal wat voor het winnen van een wedstrijd waarvan het niveau stukken lager is dan waar de gemiddelde renner doorgaans op uitkomt. Want het is hartstikke leuk voor Fabio Jakobsen dat-ie vandaag op een saai parcours in Ede de beste is, maar hij heeft dan ook geen last van Viviani, Sagan, Kristoff, Ewan, Démare of andere sprinters van wereldklasse. Nee, dit was een sprint van een totaal ander kaliber met veel zwakkere tegenstanders. Maar met dus wel die gigantische beloning: een jaar in een speciale trui!
Nu je hier toch bent? Wist je dat ik samen met Herman van der Zandt een podcast maak? Tweewielers heet-ie. En we zijn er voor iedereen met (liefde voor) een racefiets! Je vindt ons in je favoriete podcast-store.
En dus de vraag: moet je een overwinning op het NK nog wel met zo’n trui belonen? Zo’n trui waar ook nog veel meer voordelen aan hangen dan alleen ‘de eer’. Mijn antwoord daarop is nee. Die beloning is veel en veel te groot.

Ik ga even fantaseren. Stel dat Tom Dumoulin dit jaar de Tour zou hebben gewonnen. Hij pakt in het laatste weekend de gele trui van Geraint Thomas af en draagt dat prachtige tricot slechts twee dagen. In Nederland maakt De Markt in Maastricht zich op voor een huldiging, komt Albert Heijn met gele wuppies op de proppen en gaat de NOS door met Avondetappes maken tot eind augustus.
Maar in welke trui koerst Dumoulin tijdens zijn volgende wedstrijd weer? Juist, in zijn doornormale roodwitte kloffie van Sunweb. Mooie boel, de zwaarste wielerwedstrijd ter wereld gewonnen, maar niks geen mooie trui. Ja, thuis aan de muur in een lijst, maar niks om op straat om mee te pronken.

De liefhebber zal Dumoulin langs de kant van de weg meteen herkennen. Echter, mevrouw Van Zetten uit Tiel (dank Mart voor deze uitdrukking) heeft geen idee dat daar de Tour-winnaar van 2019 langszoeft. Zij zoekt immers naar een poppetje in de gele trui. Hoe anders is de wereld van Fabio Jakobsen? Ja! Die wordt meteen herkend. Die ziet mevrouw Van Zetten al van heinde en verre aankomen. Want hij heeft op die ene middag in Ede de sprint gewonnen van Moreno Hofland en Bas van der Kooij. Arme Tom Dumoulin.
Een nationaal kampioen valt dus op. En logischerwijs is zijn marktwaarde ook beter. Niet alleen wordt hij op straat nagezwaaid, ook de televisiecamera weet de nationaal kampioen er feilloos uit te pikken. Dat merkt de nationaal kampioen in kwestie direct in zijn portemonnaie. De onderhandelingspositie met zijn ploeg wordt beter en na de Tour gaat het onderhandelen met de criteriums een stuk beter dan wanneer je daar als gewone sterveling had aangeklopt.

Hoe traditioneel de wielerwereld reageert op verandering, blijkt als Ramon Sinkeldam in 2017 van zijn werkgever zijn nieuwe nationale tricot in ontvangst mag nemen. Zijn gezicht ziet eruit als dat van een oorwurm, als hij poseert voor de camera van de persman. Op het shirt zie, als je goed kijkt, een Nederlandse vlag met de breedte van de snorharen van Ieniemienie.
De wielerfan is boos, iedereen vindt een schande en Iwan Spekenbrink is direct volksvijand nummer één. Dat de baas van Sunweb vervolgens rustig uitlegt welke gedachten daarachter zitten; wielrennen is volgens hem een teamsport, hij wil dat iedereen in zijn ploeg er daarom hetzelfde uit moet zien en dat sponsor Sunweb een boel geld op tafel legt om met hun naam in de media te verschijnen. Traditionele kampioenstruien passen niet bij die gedachten.
Daarnaast plaatst een renner zich met een ander truitje zich bewust en onbewust buiten het team. Je vormt een team, je strijdt samen voor mooie overwinningen en dan ga je je anders kleden? Stel je voor dat in de tijd van schooluniformen het sterkste jongetje uit de klas een ander jasje kreeg? En dat hij dat voor een jaar mag dragen na slechts één middag armpje drukken?

Terug naar Sinkeldam. Het is toeval – of juist niet – is dat binnen een maand na het onthullen van de Ieniemienie-trui uitlekt dat Sinkeldam naar het Franse FDJ vertrekt. Ploegbaas Madiot, een nogal traditioneel type, laat zijn nationaal kampioenen in een reclameloos shirt rondrijden. Op de ploegfoto die begin 2018 de wereld in wordt gestuurd, straalt Ramon Sinkeldam van oor tot oor. Winnen doet Sinkeldam in zijn trui één keer: in zijn laatste wedstrijd, een week voor het NK van 2018, is hij de beste in Parijs-Chauny.
De nationale trui. Ik gun hem iedere renner. Het ziet er doorgaans prachtig uit en het moet een eer zijn om daar een jaar in te mogen rijden. Maar het is hopeloos ouderwets en moet op de manier waarop hij nu gedragen wordt, gauw uit het peloton worden verbannen.